Hoewel de snotolf langs onze kust algemeen voorkomt – zij het in kleine aantallen – is deze vis een grote onbekende voor veel sportvissers. In andere landen geniet Cyclopterus lumpus meer bekendheid, zowel op culinair als financieel gebied.
De snotolf is niet moeders mooiste.
Deze groenachtig en grijs gekleurde
zeevis heeft een plomp, hoekig lichaam
met een stompe kop, kleine bek en kleine
ogen. Op de ruwe, schubloze huid
staan in zeven lengterijen benige knobbels.
De voorste rugvin ontbreekt, in
plaats daarvan is de rug verhoogd. Een
ander in het oog springend uiterlijk kenmerk zijn de tot een ronde, platte zuigschijf
vergroeide buikvinnen. Hiermee
kan de snotolf zich stevig vastzetten op
een harde ondergrond. Het tweede deel
van het woord lumpsucker – de Engelse
naam van deze vis – verwijst hier naar.
Lompvis
Bij ons wordt de snotolf ook wel lompvis
genoemd. Vanwege hun lichaamsbouw zijn snotolven geen goede zwemmers. Ze bewegen zich traag voort en brengen het
grootste deel van hun leven op of dicht
bij de zeebodem door. Dat doen ze in arctisch
tot gematigd water in het noorden
van de Atlantische Oceaan, de Noordzee
en de Oostzee op een diepte tot enkele
honderden meters. Soms zwemmen ze
ook hoog in de waterkolom, maar dan
wel onder drijvend zeewier. Vanaf het
vijfde levensjaar komen snotolven in de
winter naar ondiep water – zoals de Oosterschelde – om te paaien en eieren af te
zetten. Dan kleuren de mannetjes oranjerood en krijgen de vrouwtjes een helder- blauwgroene gloed.
Kaviaar
De klompen roze eitjes die tussen en tegen stenen worden afgezet worden gedurende
zes tot acht weken bewaakt en
verzorgd door het mannetje – de vrouwtjes gaan na het paaien terug naar open
water. Als ze op weg naar de paaiplaatsen
tenminste geen netten van beroepsvissers zijn tegengekomen. Zij zijn uit op
de eieren, die als betaalbaar alternatief
voor kaviaar worden gebruikt. De eitjes
zijn wit tot roze van kleur, maar worden
met inktvisinkt gekleurd om het meer op kaviaar van een steur te laten lijken.
Of ze worden van een oranje tint voorzien
zodat ze op zalmeitjes lijken. De
snotolf zelf is niet echt een consumptievis,
al wordt het vlees van de mannetjesvissen in Scandinavische landen soms
vers of gerookt gegeten.
Poetsvis
Een andere commerciële toepassing van
de snotolf vinden we in de zalmkweek.
In deze tak van de aquacultuur is zeeluis
een van de grootste problemen waar
kwekers mee kampen. Dit in de vorm
van beschadigd vlees en kwaliteitsverlies.
In hun zoektocht naar oplossingen
zijn wetenschappers en viskwekers bij
de snotolf uitgekomen. Die wordt in de
zalmnetten geïntroduceerd als poetsvis.
Samen met de gevlekte lipvis vormen de
snotolven ‘zwemmende schoonmaakploegen’
die de parasieten opeten.